Opdracht 2

Stap 1; Bekijk de stappenplannen en de filmpjes. Dit mag je ook al thuis doen. Bekijk ook opdracht 3 van leerjaar 1 van Mens en Gezondheid nogmaals.

Stap 2; Lees de tekst

Stap 3; Lees de opdrachten. 

Stap 4; Pak alle benodigde materialen

Stap 5; Vergeet geen handen te wassen van te voren en na afloop

Stap 6; Ga aan de slag

Stap 7; Maak na afloop alles schoon en ruim je werkplek netjes op


3-gangenmenu

4-gangenmenu

5-gangenmenu


Tip 1

Onthou de volgende tips voor het dekken van je tafel

  • Leg het bestek neer op volgorde van de gangen en werk daarbij van buiten naar binnen.
  • Leg de vorken niet strak naast elkaar, maar dek ze dakpansgewijs in.
  • Het dessertbestek leg je boven je bord. Een handig ezelsbruggetje, de Lepel wijst naar Links, het voRkje wijst naar Rechts.
  • Leg aan de linkerzijde van het bord een sideplate met botermesje voor het brood. Deze kun je ook links boven neerleggen.
  • Leg het servet op het bord.
  • De wijnglazen dienen in een diagonale lijn te staan. Onthou ook hier van buiten naar binnen. Zet het glas voor de witte wijn boven het mes van het voorgerecht en werk zo naar binnen.
  • Een handig ezelsbruggetje voor wijnglazen is Rood hoor in een gRoot glas en wit in een klein glas.
  • De waterglazen zet je het meest boven aan.

Tip 2

Lees van leerjaar 1 opdracht 3 van Mens en Gezondheid nog een keer door

Tip 3

Draag handschoenen van latex of katoen bij een formele tafeldekking om geen vingerafdrukken achter tet laten

Tip 4

Het verschil tussen een dessertvork voor een hartig dessert en een dessertvork voor een zoet dessert zit hem in het aantal tanden van de vork.

EZELSBRUGGETJE: Een dessertvork heeft 4 tanden, behalve voor het zoete dessert. Die heeft 3 tanden, want vanwege de hoeveelheid suiker is een tand uitgevallen.

Tip 5

Een volledig dessertbestek heeft een klein mesje (fruitmesje), een dessertvork en een dessertlepel of ijslepel. 

De stelen van het bestek wijzen de kant op van het "grote" bestek.

De volgorde van dit bestek is "MET VEEL LIEFDE" = MES VORK LEPEL en je telt vanaf het onderbord.

Tip 6

De volgorde van het bestek bij de voorgerechten en de soep:

De soeplepel ligt rechts van het mes.

EZELSBRUGGETJE: Je telt vanaf het onderbord; Een KOUD voorgerecht heeft een "O" in het woord van VOOR en komt dus voor de soeplepel te liggen. Een WARM voorgerecht heeft een "A" in het woord van NA en komt dus na de soeplepel te liggen.

Je eet dus eerst het warme voorgerecht, dan de soep en dan het koude voorgerecht.

Tip 7

De glazen staan boven de messen en de soeplepel. De volgorde is W-R-W geteld vanaf het bestek. WITTE WIJN (KLEIN WIJNGLAS) - RODE WIJN (GROOT WIJNGLAS) - WATERGLAS