Mens en Omgeving

Ondersteunende (Facilitaire) Dienst

Volgens het woordenboek is facilitaire dienstverlening het helpen organiseren en uitvoeren van logistieke en huishoudelijke taken als bevoorrading, opslag en distributie van goederen, maaltijden verzorgen, schoonmaken en onderhoud.

De beroepen die hierbij horen zijn onder andere conciërge, facilitaire medewerker, receptioniste, interieur verzorg(st)er.

Mensen met een beperking

Tegenwoordig spreken we over mensen met een beperking en niet meer over mensen met een handicap. Er wordt gekeken naar wat een mens nog wel kan en niet wat hij niet meer kan. Vandaar de woorden; lichamelijke (fysieke) of verstandelijke (psychische) beperking.

De Wereldgezondheidsorganisatie heeft handicaps/beperkingen ingedeeld naar niveau van ernst: een stoornis, een beperking en een handicap. De ernst ligt vooral in de beleving van iemand zelf.

Afwijking

Stoornissen, beperkingen en handicaps hebben allemaal te maken met één of meerdere afwijkingen. Daarom is het belangrijk om te weten wat een afwijking precies inhoudt.
Als je spreekt over een afwijking wordt er onderscheid gemaakt tussen een aangeboren afwijking en een niet-aangeboren afwijking. Een aangeboren afwijking ontstaat voor de geboorte en een niet-aangeboren afwijking ontstaat na de geboorte. Een niet-aangeboren afwijking kan ontstaan als gevolg van bijvoorbeeld een ziekte of een ongeluk.

Stoornis

Een stoornis is een defect of het ontbreken van een orgaanfunctie of orgaan. Als je van een stoornis spreekt, kan dit zijn op het gebied van:

  • Cognitie;
  • Zintuigen;
  • Taal;
  • Organen;
  • Ledematen.


Een stoornis is dus een afwijking op orgaanniveau. Een stoornis is altijd objectief: het kan vastgesteld worden door een arts of psycholoog.


Beperking

Een beperking kan het gevolg zijn van een stoornis. Een beperking is de vermindering van mogelijkheden ten aanzien van gedrag of activiteiten. Als je spreekt van een beperking, kan dit zijn op het gebied van:

  • Communicatie;
  • Verzorging;
  • Lichaamsbeweging;
  • Vaardigheden;
  • Gedrag.


Een beperking wordt dus “beperking” genoemd als er beperkingen zijn bij het verrichten van bepaalde activiteiten. De meeste activiteiten zijn dan nog wel te verrichten als dit op een aangepaste manier kan.

In de zorg wordt er vaak gekeken naar wat een persoon wél kan en niet naar wat hij of zij niet kan. Daarom wordt er in de zorg bijna altijd gesproken over een beperking.

Handicap

Een handicap is een participatieprobleem (=probleem in het deelnamen aan...). Het is een belemmering in het sociaal-maatschappelijk functioneren. Bij een handicap gaat het om de beleving van de beperkte persoon. Een handicap is daarom dus subjectief (=een mening, een gevoel), want de persoon die van een handicap spreekt, vindt zelf dat hij of zij een handicap heeft. Iemand die vindt dat hij of zij een handicap heeft, vindt belemmeringen in het behalen van de doelen die hij of zij belangrijk vindt om te behalen. Deze persoon heeft dan het gevoel niet (goed) te kunnen participeren in de samenleving. Participatieproblemen kunnen zich voordoen op het gebied van:

  • Scholing;
  • Arbeid;
  • Het sociale leven;
  • Vrijetijdsbesteding

De muziek kun je aan/uitzetten:

Maak jouw eigen website met JouwWeb