Opdracht 10 Waar ben jij goed in en leer het de ander

Waar ben jij goed in?

Denk hierbij aan dansen, breien, haken, een bal laten draaien op je vinger, een gezicht tekenen, een raar poppetje tekenen, knutselen, haren invlechten, fotograferen...

  • Vertel aan de klas welke activiteit jij aanbiedt, dus wat een andere leerling van jou kan leren
  • Kies of je iets aanbiedt of liever iets gaat leren
  • Ga je activiteit voorbereiden; heb je materialen nodig?
  • Overleg met de docent hoelang jouw activiteit mag duren
  • Leer het de ander
  • Ruim na afloop alles weer netjes schoon op

De voorbereiding en uitwerking:

  • Zorg dat je zelf snapt wat je de ander wilt gaan leren
  • Zorg voor de juiste materialen
  • Vertel de ander wat je gaat doen
  • Vertel de ander hoe je dat gaat doen
  • Leer stap-voor-stap jouw activiteit aan de ander
  • Vraag na afloop feedback; hoe heb ik het gedaan?, was het duidelijk?, heb je er wat van geleerd?, wat kan ik de volgende keer anders doen?