Opdracht 1
Stap 1; Bekijk de filmpjes
Stap 2; Lees de tekst
Stap 3; Lees de opdrachten
Stap 4; Ga aan de slag
Stap 5; Vergeet niet om je werk op te slaan in je mapje VERZORGING of print jet werk uit en bewaar het in je map of klapper
Een mens heeft 24 jaar nodig om helemaal klaar te zijn met zijn ontwikkeling. Dat wil niet zeggen dat je klaar bent met leren. Leren doe je heel je leven.
De ontwikkeling van de mens begint al in de buik als de eicel en het spermazaadje elkaar ontmoeten. Elke gedeelde cel heeft zijn eigen taak. Samen vormen ze de baby en de placenta. In het begin van de zwangerschap (week 4) heet de baby nog embryo, na 10 weken zwangerschap wordt de embryo een foetus (feutus) genoemd en pas na de geboorte wordt een baby, baby genoemd.
Na de geboorte gaat de ontwikkeling verder;
- zelfstandig ademen,
- leren zuigen aan de borst/fles, drinken en slikken,
- geluid maken
De ontwikkeling
De baby ontwikkeld zich op verschillende gebieden; lichamelijk, geestelijk,talig en motorisch,
Het linker plaatje laat de gemiddelde ontwikkeling van een baby zien. Alle baby's ontwikkelen zich op hun eigen tempo. Ze blijven soms langer hangen in een bepaalde fase, maar slaan soms ook fases over. Baby's die oudere broers en/of zussen hebben slaan vaker bepaalde fases over of gaan sneller door een fase heen, doordat ze kunnen "afkijken".
Lichamelijke ontwikkeling
Bepaalde organen zullen nog lang na de geboorte doorgaan met ontwikkelen; het hart, de lever, de thymus (De thymusklier heeft een hormonale werking waardoor de groei wordt geactiveerd en het lichaam word voorbereid op de productie van antistoffen.) en de hersenen. De hersenen zijn als laatste klaar met alle ontwikkelingen, zo rond het 24-ste levensjaar.
De thymus is klaar met zijn werk rond het 15-de levensjaar en begint te verschrompelen. De
hormonen van de geslachtsklieren maken een eind de activiteit van de thymusklier en dit verklaart zijn snelle degeneratie wanneer, tijdens de pubertijd, de geslachtshormonen wakker beginnen te worden.
De lichamelijke ontwikkeling is makkelijk te volgen, want dat zie je veelal aan de buitenkant.
Geestelijke ontwikkeling
De geestelijke ontwikkeling van de baby heeft te maken met zijn verstand, maar ook met het gevoelsleven. Door de baby een veilige en geborgen omgeving te bieden, kan hij zijn gevoelens ontwikkelen.
Met een maand of negen/tien kan het kindje ineens veranderen van een lieve zachte baby, in een giftige driftkikker. Het driftig zijn is een noodzakelijk onderdeel van zijn ontwikkeling. Het is het gevolg van het ontdekken van zijn eigen persoonlijkheid. In het begin kan hij hier helemaal niet mee om gaan en is er misschien zelfs een beetje bang voor.
Talige ontwikkeling
Spreken is ook een vaardigheid die je hebt moeten leren. Net zoals schrijven, lezen, woordbegrip, andere talen, uitdrukkingen en spreekwoorden. Het eerste praten van een baby is het huilen. Huilen is een uiting van pijn, maar kan ook honger betekenen, aandacht willen hebben, frustratie. Het is de eerste vorm van communicatie. Maar al snel begint de baby klanken te ontdekken en de kracht van de stembanden door af en toe schelle geluiden te maken. Brabbelen is de eerste echte taal van de baby, die hij alleen begrijpt. De volwassene probeert steeds te raden wat hij bedoeld en let daarbij goed op de lichaamstaal en de mimiek van de baby. Dan komen de eerste woordjes; mama, papa, wada, dada. Pas vanaf 8 maanden kan een baby het verband gaan begrijpen tussen zijn gedrag en de reactie hierop van iemand anders. Woorden krijgen betekenis. De dreumes gaat echte woordjes tussen het brabbelen gebruiken. Woordjes die wij kunnen verstaan en begrijpen.
Door het gebruik van gebaren met woordjes maakt het kindje duidelijk wat hij wil. Er komen steeds meer woordjes bij, de zinnen worden steeds langer; van 1 woordje, naar 2 woordjes en 3 woordjes. Vanaf 3 jaar kan een kindje een korte zin maken. Een gesprek is nu mogelijk.
De zinnen worden steeds langer en complexer, tot de pubertijd. Dan moet alles weer afgekort en zo kort mogelijk worden.
Motorische ontwikkeling
Maar een baby ontwikkelt zich nog veel meer. Van liggen naar omdraaien, van hoofd optillen naar optillen en draaien, van spartelen met de armen en benen naar kruipen, staan, lopen, rennen.
Afstand schatten van de handen, de duim in de mond doen, dingen pakken en vasthouden.
Potloden vasthouden, tekenen, met de armen zwaaien, op de tenen staan, een koprol maken, schrijven, fietsen, hinkelen. Wat voor jou nu vanzelfsprekend is, heeft je wel de nodige jaren gekost om te kunnen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb